"Onze kat ging uit het niets heel snel achteruit. Bij de dierenarts werd nog vanalles geprobeerd, maar het mocht niet baten. Bleek dat ze nierfalen had en we hebben het nooit geweten."
Dit is een verhaal waar jammergenoeg heel wat baasjes zich in zullen herkennen. Nierfalen kan heel lang verborgen blijven en plots naar boven komen. Maar hoe komt het dat we het meestal pas zo laat opmerken?
Er zijn een aantal redenen voor.
de eerste symptomen van nierfalen worden pas zichtbaar wanneer een kat al 70% van haar nierfunctie verloren is. Dat is best wel wat! Tenzij je op voorhand bloedtesten laat uitvoeren, kan je het dus niet in een vroeger stadium te weten komen. Dat is heel lastig, want soms zijn die eerste symptomen heel subtiel en heb je als kattenbaasje niet door dat er wat scheelt.
De meest gangbare biologische markers die via een bloedtest kunnen aantonen of een kat nierfalen heeft, zijn BUN en CREA. Via deze markers kan je nierfalen echter ook alleen maar opmerken wanneer jouw kat al ongeveer 70% van haar nierfunctie verloren is.
SDMA kan sinds 2015 ook gebruikt worden om mogelijk nierfalen vast te stellen en kan dat al doen vanaf de kat 40-50% van haar nierfunctie verloren is. Ook is SDMA minder beïnvloedbaar door dieet dan bijvoorbeeld BUN.
Preventief een bloedtest laten uitvoeren bij je kat, is dan ook aan te raden. Zeker bij seniorkatten of katten die omwille van hun ras een verhoogd risico lopen op nierfalen.